Agent weigert hard op te treden tegen normaal menselijk gedrag

Er zijn genoeg politieagenten die niet achter de maatregelen staan en hoe nu de maatschappij ten gronde wordt gericht door het overheidsbeleid. Wat er nu gebeurt, valt niet meer uit te leggen. Met alles wat wij nu weten kunnen wij de samenleving verantwoord weer openen.

Deel deze informatie

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is bodyworn-794099_640-600x399.jpg

Ragnar en zijn collega’s kregen al snel met overheidsmaatregelen te maken, zoals anderhalve meter afstand houden.

“Hoe verder we in de crisis terechtkwamen, hoe meer overtrokken de maatregelen werden naar mijn idee. Ik denk dat ik wel een humanist ben onder mijn uniform.

Het voelt heel onnatuurlijk om maatregelen te handhaven die tegen het principe van normaal menselijk contact ingaan. Dat vond ik toen en dat vind ik nog steeds lastig. Iedereen heeft recht op een vrij leven. Zeker omdat de wetenschappelijke onderbouwing van al deze maatregelen aan alle kanten rammelt. En het wordt alleen maar erger, tot op de dag van vandaag. Je moet mensen niet verbieden om na negen uur de straat op te gaan. Ik ben tegen de avondklok. Dat is een compleet gestoorde maatregel.”

Het afgelopen jaar neemt hij veranderingen waar op zijn werk.

“Ik zie dat collega’s zich anders gaan gedragen en een soort van sociale afwijking gaan ontwikkelen. Maar ik zie ook dat het bijzonder moeilijk is om tegen de stroom in te roeien en kritische vragen te stellen over het beleid en de handhaving, zonder weggezet te worden als Willem Engel vriend.

Ze weten bij mij op de afdeling hoe ik erover denk, daarin ben ik wel binnen het team het zichtbare middelpunt van het verzet. Ik heb soms leuke gesprekken, maar ik voel ook veel frustraties, omdat ik dingen roep die niet gezegd mogen worden. Het gaat allang niet meer over de gezondheidszorg maar over het geloven in, ik noem het de corona religie. Een geloof stel je niet ter discussie, ook al staan er harde feiten tegenover.”

Deze crisis zorgt voor verdeeldheid binnen het politiekorps, aldus Ragnar.

“Het zorgt voor polarisatie en daar draag ik ook zelf ook aan bij door mijn mening niet onder stoelen of banken te steken. Het is niet nodig dat we het allemaal met elkaar eens zijn, maar je merkt nu wel een groter verschil in meningen en opvattingen. Ik vind het moeilijk om dingen te doen waar ik niet achter sta en waar ik niet in geloof.

Dat lukt redelijk. Ik heb nog geen dingen gedaan waarbij ik mezelf niet in de spiegel kan aankijken. Ik ben geen ME’er die tegenover demonstranten staat. Ik werk niet bij de politie om hard tegen mensen op te treden die normaal menselijk gedrag vertonen. Ik wil een bijdrage leveren aan de veiligheid van onze samenleving en ik wil hulp bieden aan mens en dier. Rustige demonstraties moeten worden gefaciliteerd, niet worden beëindigd. Zo staat het beschreven bij ons, dat is een afspraak. Wij zien toe op een ordelijk verloop. Waar het nu op lijkt, is dat in opdracht van een burgemeester, pleinen worden schoongeveegd omdat de aard van de demonstratie mogelijk niet getolereerd wordt door de regering.”

“Wij zijn ook gewoon mensen en leven in dezelfde wereld waar momenteel niets kan en alles beperkt is. Iedereen is moe van dit hele gebeuren, ongeacht je standpunt. Er is een groep mensen die verwacht dat je strak optreedt bij mensen die zich niet aan de regels houden.”

En er is een groeiende groep die het beu is en doorzien dat er dingen niet kloppen en dit op ons afreageren. Dat straalt ook af op mensen zoals ik die er hetzelfde over denken. Maar ik heb wel een uniform aan. Ik kan niet een vlaggetje opspelden waarmee ik laat zien dat ik aan de kant van de mensen sta die ook doorzien dat zaken niet kloppen, maar daar waar het kan laat ik mijn mening wel doorschemeren aan de burgers als het gesprek daar aanleiding toe geeft.”

“Er zijn genoeg politieagenten die niet achter de maatregelen staan en hoe nu de maatschappij ten gronde wordt gericht door het overheidsbeleid. Wat er nu gebeurt, valt niet meer uit te leggen. Met alles wat wij nu weten kunnen wij de samenleving verantwoord weer openen.

Met alles wat wij nu weten kunnen wij de samenleving verantwoord weer openen. Ik hoop dat steeds meer mensen gaan opstaan en doen wat nodig is om hieruit te komen. Als het hele land zegt: wij gaan weer open en trekken ons eigen plan, dan hebben wij niet de mankracht om daar een einde aan te maken. We gaan natuurlijk niet als idioten op al dat winkelend publiek af of mensen die op een terras een biertje drinken stuk voor stuk bekeuren.

Als de massa die opstaat te groot, is dan is het klaar. Ik vind de gezelligheid en de drukte de laatste tijd in de parken in Amsterdam een goed voorbeeld van hoe het zou moeten. Je merkt dat mensen het spuugzat zijn. Dat soort situaties hebben we meer nodig de komende tijd.

Als 17 miljoen mensen gaan opstaan en zeggen: het is nu mooi geweest, dan is het ook zo!”

ARTIKEL

Deel deze informatie